Nadat een boiler enkele keren uitviel houdt een huurder de huur in tot de verhuurder een ander toestel plaatst. Is dat wel toegelaten?
Exceptie van niet-uitvoering
De huurder beroept zich daarbij op de zogenaamde exceptie van niet-uitvoering. Die laat aan een contractspartij toe zijn eigen verplichtingen op te schorten als de andere zijn verbintenissen niet nakomt. Om dit te kunnen inroepen moet de huurder aantonen dat de verhuurder de boiler moest herstellen en dat hij dat ten onrechte niet deed. Bovendien zal hij hooguit een deeltje van de huur mogen inhouden. Bij een kapotte boiler wordt de bewoning van het huurhuis namelijk niet totaal onmogelijk.
Wie ging in de fout?
Om te weten of de huurder de verhuurder wel iets kan verwijten moet nagekeken worden wie de kapotte boiler moet herstellen. De verhuurder moet de boiler vervangen als hij versleten is. Hij moet ook de belangrijkste onderdelen ervan vervangen als die stuk zijn, tenzij dit te wijten is aan de fout van de huurder. De huurder op zijn beurt staat in voor het ontkalken van de boiler en moet de gemakkelijk bereikbare delen van de boiler onderhouden en zorgen voor een juiste instelling ervan. De huurder moet de verhuurder bovendien verwittigen als er een probleem is.
Wat kan de verhuurder doen?
De huurder kan dus hooguit een klein deel van de huur inhouden als de verhuurder weigert om een kapotte boiler te herstellen of te vervangen. Weigert de huurder desondanks zelfs een deel van de huur te betalen, dan kan de verhuurder hem in gebreke stellen. Helpt dat niet dan kan de verhuurder naar de rechter stappen om betaling te vragen en eventueel ook de ontbinding van de huurovereenkomst.
Vragen over betalinsproblemen? Neem gerust contact op.
Vragen over betalinsproblemen? Neem gerust contact op.